De begraafplaats
De begraafplaats van St. Joseph parochie ligt aan de Boterdijk 500 mtr vanaf de kerk.
Voor info over graven onderstaande link
https://www.graftombe.nl/names/1903/siebengewald_rk/A of www.onlinebegraafplaatsen.nl
Reglement van de begraafplaats
Parochie St. Joseph
Boterdijk 2,
5853BX, Siebengewald.
Art. 1
De eigenaresse van de R.K. Begraafplaats aan de Boterdijk is de Parochie St. Joseph te Siebengewald, gevestigd Nieuweweg 98.
Art. 2
Het bestuur is gehouden aan het Algemeen Reglement voor het bestuur van een parochie van de R.K. Kerk in Nederland.
Art.3
Het bestuur heeft een kerkhofcommissie ingesteld, die belast is met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats.
De kerkhofcommissie, verder genoemd de beheerder, ziet er op toe dat de regels van het reglement in acht genomen worden en dat eventuele excessen gerectificeerd worden.
Art. 4
Het verlof tot begraving moet voor de begraving aan de beheerder worden overlegd.
Art. 5
Een begraving geschiedt volgens aanwijzing van de beheerder. De begraafplaats van de St. Joseph-parochie is bestemd voor de begraving van lijken en tot het bijzetten van urnen bevattende as van lijken na crematie, van overleden parochianen of personen die een binding met onze parochie hebben. Het kerkbestuur kan in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, toestemming verlenen tot het begraven van lijken van andere personen en tot het bijzetten van urnen bevattende as van lijken na crematie.
Art. 6
Het delven en dichten van de graven geschiedt uitsluitend in overleg met de beheerder,
dit dient te geschieden op de door paaltjes afgebakende plaats.
Degenen die belast zijn met de aanleg en het onderhoud van de graftekens en/of beplantingen, volgen hierbij de aanwijzingen van de beheerder. Gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen dienen te worden meegenomen. Onkruid, bloem- en of planten-afvallen kunnen, niet gestort worden,maar dienen mee genomen te worden.
Art. 7
De begraafplaats is van zons-opgang tot zons-ondergang voor bezoekers geopend. Kinderen beneden de leeftijd van 12 jaren hebben slechts toegang tot de begraafplaats, indien zij onder geleide zijn van een der ouders of een meerderjarig toezichthoudend persoon, dan wel toestemming hebben van het kerkbestuur of de beheerder.
Art. 8
Het is verboden:
1. zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen,
anders dan door de daartoe bestemde ingangen.
2. op de graven te lopen of te zitten of de begraaf-
plaats te verontreinigen.
3. op de begraafplaats bloemen of andere waren te
koop aan te bieden of aanbiedingen te doen met
betrekking tot grafbedekkingen.
4. met motorvoertuigen of bespannen voertuigen op
De begraafplaats te rijden, anders dan voor
uitvoeren van een begrafenis of voor het vervoeren
van materialen,uitsluitend in overleg met de
beheerder.
5. op de begraafplaats nodeloos rumoer te maken dan
wel dan wel op andere wijze zich onbetamelijk te
gedragen,dan wel tegen de wil van de naaste
familieleden te fotograferen.
6. zich op de begraafplaats van afval, bloemen, papier
of andere afvalstoffen te ontdoen.
Art. 9
Het bestuur is verantwoordelijk voor de wettelijke verplichtingen tot het voeren van de administratie van de begraafplaats. De administratie bevat een register van de overledenen met vermelding van hun registratienummer en een plattegrondtekening met grafnummers. Op de begraafplaats is een register en een plattegrondtekening aanwezig. Het boekjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
Art 10
De graven worden in volgorde uitgegeven.
Het is niet mogelijk om bepaalde grafruimte te reserveren, tenzij een recht wordt verworven als bedoeld in art. 11. Op de begraafplaats komen enkel huurgraven voor, ten aanzien waarvan men voor een tijd van 20 jaren het uitsluitend recht kan krijgen om daarin lijken te doen begraven.
Tevens is er een urnenmuur, ten aanzien waarvan men voor een tijd van 20 jaren het uitsluitend recht kan krijgen om in een nis een urn te doen bijzetten. Dit recht kan op verzoek, mits binnen een jaar voor het verstrijken van de termijn gedaan, worden verlengd doch telkens niet langer dan 10 jaren.
Daarnaast kan men urnen bijzetten in een daarvoor bestemd urnengraf of bijzetten in een ander graf.
Art. 11
Het recht wordt verleend om gebruik te maken van een reeds bestaand graf voor bijzetting van een familielid. Voorwaarde is dat de rechten op het graf nog rechtsgeldig zijn.
Art. 12
De graven als bedoeld in art. 10 kunnen alleen aardgraven zijn. Onder aardgraven wordt verstaan een in de grond gegraven ruimte, waarin de kist geplaatst en met aarde bedekt wordt, volgens de eisen bij de Wet op de Lijkbezorging gesteld en met inachtneming van de voorschriften dezer verordening.
Art. 13
De rechthebbenden moeten een persoon aanwijzen, die als rechthebbende zal optreden. De rechthebbende is verplicht zijn of haar adres schriftelijk aan het bestuur op te geven, alsmede de wijzigingen van zijn of haar adres.
Art 14
Een rechthebbende kan zijn rechten op een ander persoon overdragen, dit moet schriftelijk geschieden aan het bestuur (beheerder), met vermelding van het adres van de rechtsopvolger.
Art. 15
Het bestuur zal een jaar voor het verstrijken van een termijn, waarvoor grafrechten zijn verleend, de rechthebbende schriftelijk attenderen op het beëindigen van de grafrechten en de voorwaarden bekend maken, waaronder deze grafrechten kunnen worden verlengd voor een termijn van 10 jaren.
Art. 16
Indien het adres van rechthebbende niet kan worden achterhaald, dan zal de beëindiging van de termijn worden medegedeeld in een aanplakkast, welke zal worden geplaatst bij de ingang van de begraafplaats, gedurende 1 jaar.
Art. 17
De verlenging van grafrechten wordt slechts verleend, wanneer het onderhoud van het graf zich naar oordeel van het bestuur niet bevindt in kennelijke staat van verwaarlozing en op voorwaarden geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat en volgens de dan geldende tarieven.
Art 18
Naast de reeds bestaande graven van vroeger uit, worden alleen enkele graven gebruikt. Indien gewenst kunnen twee enkele graven worden samengevoegd, voorzien van een grafmonument.
Art 19
De grafrechten vervallen:
- Door het verlopen van de gestelde termijn.
- Indien de betaling van de overeengekomen verlenging van het grafrecht niet binnen een jaar na aanvang van de verlenging is geschied.
- Indien de rechthebbende is overleden en geen aanwijzing en mededeling volgens art. 11 en 12 heeft plaatsgevonden.
- Indien de aankondiging van de afloop van de termijn van het grafrecht, overeenkomstig art. 15 in de aanplakkast bekend is geweest en de rechthebbende gedurende die periode niet heeft gereageerd.
- Indien de rechthebbende het onderhoud van grafteken of beplanting verwaarloost en weigert te doen herstellen.
- Indien de rechthebbende afstand doet van een verkregen grafrecht.
Art. 20
In een kindergraf wordt een overleden kind begraven dat niet ouder is dan 12 jaar, bij voorkeur op de daarvoor bestemde plaats.
Art. 21
Het bestuur kan aan rechthebbenden vergunning verlenen om graftekens en/of beplanting op eigen graven te doen aanbrengen.
De monumenten moeten voldoen aan bepaalde maten, te weten:
Volwassenen-enkel graf: lengte 190 cm, breedte 90 cm en hoogte 100 cm.
dubbel graf: lengte 190 cm, breedte 160 cm en hoogte 100 cm.
Kindergraf: lengte 100 cm, breedte 60 cm, en hoogte 60 cm.
Indien kinderen niet begraven worden op de daarvoor bestemde plaatsen zijn maten en kosten gelijk aan volwassenen.
Urnengraf: maximum afmetingen lengte 90 cm en breedte 90 cm.
Dit houdt in, dat er niets geplant of ander materiaal aangebracht mag worden buiten deze maten, waaronder dan valt o.a. grint, plastic, metaal, hout, beton en gevelstenen.
Art. 22
De graftekens zijn eigendom van de rechthebbende. De beheerder is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, welke zich op de graven bevinden.
Het is niet toegestaan om zonder toestemming op de opstanden reclameplaatjes of namen van leveranciers en voor de opstanden kantafzettingen, steenslag, grind of andere materialen aan te brengen.
art. 23
De graftekens en de grafbeplantingen moeten worden onderhouden door de rechthebbende. De beheerder draagt er zorg voor dat de gebouwen, de paden, groenvoorziening en beplanting van de begraafplaats worden onderhouden.
Art. 24
1 Binnen drie maanden na het beeindigen van het grafrecht moet het grafteken en/of beplanting door de rechthebbende worden verwijderd.
2 Na verloop van deze termijn is het bestuur gemachtigd grafteken en/of beplanting te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechthebbende. Vanaf medio 2009 is hiervoor een voorziening getroffen worden in de vorm van een verwijderingsbijdrage de be-heerder is dan verantwoordelijk voor het ver-wijderen van het monument na beeidiging van de grafrechten. Deze verwijderingsbijdrage dient voldaan worden bij uitgifte van een nieuw graf of wanneer er een bijzetting plaats vindt.
Voor alle eerder geplaatste monumenten is bij verwijdering voor de eigenaar een bijdrage verschuldigd.
Art 25
Voor het vestigen en verlengen van het grafrecht en voor bijzetting worden tarieven geheven, welke door het kerkbestuur worden vastgesteld volgens de richtlijnen van het bisdom.
Art. 26
Voor de begraafplaats gelden de bepalingen voor de Wet op de Lijkbezorging en aanverwante regelingen. Dit reglement wordt geacht daarmee niet strijdig te zijn.
art. 27
Het bestuur herroept de bepalingen en voorschriften van eerdere reglementen, de begraafplaats betreffend en stelt dit reglement daarvoor in de plaats.
Art. 28
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of tekortschiet, beslist het bestuur.
Art. 29
Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van 8 december 2009 en zal per die datum van toepassing zijn.